Te midden van de coronacrisis vond midden juli het High-Level Political Forum plaats, een jaarlijkse bijeenkomst van regeringen, burgermaatschappijen en andere actoren om de uitvoering van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling te bespreken. Niet in New York, zoals gepland, maar virtueel.
De belangrijkste conclusie van het overleg is niet rooskleurig: er is te weinig vooruitgang. Armoede neemt na decennia opnieuw toe, het aantal mensen dat honger lijdt blijft stijgen, massa’s mensen hebben geen toegang tot veilig drinkwater, de biodiversiteit slinkt … Het laatste SDG Report en de SDG Progress Chart die de VN publiceerde, beide op basis van cijfers van voor de coronapandemie, waren al niet hoopgevend. Zelfs voor COVID-19 toesloeg, lag de wereld niet op schema om de doelstellingen tegen 2030 te bereiken. COVID-19 dreigt nu zelfs de vooruitgang die we wel boekten, om te keren, en tot nog grotere obstakels te leiden op weg naar de Agenda 2030. “De COVID-19-crisis heeft verschrikkelijke gevolgen, en dat komt door onze nalatigheid. Want we nemen de SDG’s nog altijd niet serieus”, zei António Guterres, secretaris-generaal van de VN, aan het begin van de bijeenkomst.
Als we verder hadden gestaan met de SDG’s, waren we wereldwijd beter gewapend geweest om een pandemie van dit kaliber het hoofd te bieden, haalt ook hoogleraar bestuurskunde Geert Bouckaert aan in zijn Special State of Science voor de Vereniging voor Bestuurskunde: “Als de SDG’s al gerealiseerd waren, was niet alleen de kans op de COVID-19-crisis of volgende crisissen, maar ook de impact van een dergelijke schok veel minder hoog geweest.”