Een braakliggend terrein waar de natuur ongestoord haar gang kan gaan, tot het moment van exploitatie is aangebroken. Dan mag de eigenaar de aanwezige fauna en flora zonder bijkomende vergunning verwijderen. Dat is in een notendop het concept van tijdelijke natuur. ‘Concept’, want in de praktijk zit de vork iets complexer in de steel.
1. Wat moet ik doen om tijdelijke natuur op mijn bedrijfssite te laten ontwikkelen?
Bedrijven kunnen een vergunningsaanvraag indienen bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Jeroen Nachtergaele, afdelingshoofd Beleid bij het ANB: “Juridisch gezien gaat het bij tijdelijke natuur over een zogenaamde één-handelingsaanpak: bij de aanvraag en beoordeling van de vergunning wordt de aanleg van tijdelijke natuur en het verwijderen ervan als één handeling beschouwd.”
Signify in Turnhout (de nieuwe naam van Philips Lighting) kreeg als allereerste bedrijf in Vlaanderen een vergunning voor tijdelijke natuur. Communicatiemanager Roel Dekoninck: “Grote stukken van ons bijna 20 hectare grote bedrijventerrein waren onbenut. Sinds vorig jaar laten we de natuur daar haar gang gaan. We kregen van het ANB de garantie dat de natuur mag worden verwijderd als we onze gronden opnieuw nodig hebben.”
Bedrijven die een vergunning willen aanvragen voor tijdelijke natuur, gaan om te beginnen van start met een plaatsbeschrijving van het terrein: een stand van zaken van de aanwezige natuurwaarden. Vervolgens maken ze een inschatting van welke natuur er te verwachten valt. Die inschatting is de basis voor de vergunning en bepaalt wat de initiatiefnemer op het einde van de rit mag verwijderen.
2. Wat brengt tijdelijke natuur op voor mijn bedrijf?
“Door tijdelijke natuur te laten ontwikkelen op een braakliggend terrein, geven bedrijven de natuur een duwtje in de rug. Bovendien is het voor bedrijven vaak goedkoper om de natuur haar gang te laten gaan, dan om de vegetatie er continu kort te houden”, aldus Jeroen Nachtergaele.
Advocaat Hendrik Schoukens, gespecialiseerd in natuurbeschermingsrecht en assistent aan de vakgroep Europees, Publiek en Internationaal Recht van de UGent, sluit zich daar volmondig bij aan. “Het is ecologisch en economisch veel zinvoller om tijdelijke natuur te laten ontstaan dan om er een eentonig gazon van te maken. Voor een bedrijf vraagt een stuk natuur immers minder onderhoud dan een grasveld.”
Dat ondervindt ook Signify. “Neem nu de hagen”, licht Roel Dekoninck toe. “Die werden vroeger twee keer per jaar gesnoeid, nu nog maar één keer om de drie à vier jaar en dan alleen om de dikke takken weg te zagen. Dat scheelt uiteraard in onderhoudskosten.”
In Nederland staan ze al veel verder met het concept tijdelijke natuur. Peter Claus, ecoloog bij studiebureau Corridor, dat bedrijven begeleidt bij de aanvraag van vergunningen voor tijdelijke natuur: “Ook Signify haalde de mosterd bij onze noorderburen, bij het bedrijvencentrum High Tech Campus in Eindhoven. Daar werd een deel van het terrein ecologisch heringericht, met oog voor typisch Kempense planten en dieren. Ook op de bedrijfssite in Turnhout krijgt de natuur sinds kort de kans om te ontluiken. Al sinds de middeleeuwen is het de streek van heide, arme zandgronden en arme bossen. Dat soort natuur wordt almaar zeldzamer in Vlaanderen. Bij Signify krijgen de planten en dieren die daarin goed gedijen nu een flinke boost.”