Subsidies voor fossiele brandstoffen bijna verdubbeld in 2021

Landen blijken moeite te hebben om zoals beloofd hun subsidies voor fossiele brandstoffen af te schaffen. Enkele grote economieën hebben hun steun voor steenkool, olie en aardgas zelfs flink verhoogd, blijkt uit cijfers van de OESO en het Internationaal Energieagentschap. Het gaat vooral over maatregelen om de prijzen die consumenten betalen te verlagen. De ingrepen komen vooral ten goede aan rijkere consumenten die meer energie verbruiken en zijn vaak onvoldoende toegespitst op kleinere inkomens.

In 2021 was er in de 51 onderzochte landen bijna een verdubbeling van de totale overheidssteun voor fossiele brandstoffen: van 362,4 miljard dollar in 2020 tot 697,2 miljard in 2021. De OESO en het Internationaal Energieagentschap (IEA) verwachten dat die trend zich ook dit jaar zal doorzetten, door de hogere brandstofprijzen en het energieverbruik. In de eerste zes maanden van 2022 boekten BP, Shell, ExxonMobil, Chevron en Total recordwinsten van in totaal net geen honderd miljard dollar.

Contraproductief

OESO-secretaris-generaal Mathias Cormann erkent dat de Russische oorlog tegen Oekraïne de energiezekerheid ondermijnt en leidt tot scherpe stijgingen van de energieprijzen. “Maar de verhogingen van subsidies voor fossiele brandstoffen jagen net verspilling aan, terwijl ze niet altijd gezinnen met een laag inkomen bereiken”, zegt Cormann. “We moeten net maatregelen nemen die consumenten beschermen tegen de extreme gevolgen van verschuivende markten en geopolitieke krachten, op een manier die ons op weg helpt naar koolstofneutraliteit, energiezekerheid en betaalbaarheid.”

De stijgende subsidies zijn slecht nieuws voor de strijd tegen de klimaatverandering. “Een toename van investeringen in technologieën en infrastructuur voor schone energie is de enige duurzame oplossing voor de huidige wereldwijde energiecrisis en de beste manier om de blootstelling van consumenten aan hoge brandstofkosten te verminderen”, zegt hij.