"Kernfusie is binnen vijftien jaar operationeel"
Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en Commonwealth Fusion Systems hebben een manier gevonden om kernfusie efficiënt in te zetten als energiebron. Volgens de wetenschappers kan de eerste fullscale installatie over vijftien jaar klaar zijn.
Kernfusie wordt dé groene energiebron van de toekomst genoemd. Bij de botsing van waterstofatomen, waardoor helium ontstaat, komt massaal veel energie vrij. Het is die nucleaire reactie die ook plaatsvindt in de zon. Ze is niet te verwarren met de energieopwekking in de huidige kernreactoren, namelijk door atomen te splitsen. Daarbij komt niet alleen energie vrij, maar ontstaat ook schadelijk radioactief afval (bij kernfusie komt geen langlevend radioactief afval vrij, red.).
Supergeleiders
De voordelen van kernfusie zijn legio: het is een bijna onbeperkte brandstofbron die ook als warmtebron kan dienen. Maar in wetenschapskringen wordt er vaak smalend over gedaan. Wetenschappers zijn al zestig jaar bezig met kernfusie en verder dan labo-experimenten kwam het tot nu toe niet. Er is immers meer energie nodig om de reactie tot stand te brengen en te behouden, dan de energie die wordt geproduceerd.
Dat komt omdat de reactie zich alleen voordoet bij heel hoge temperaturen, reken zo’n honderd miljoen graden Celcius en meer. Geen enkel vast materiaal is daartegen bestand. Daarom moeten sterke magneten de hete plasmabrij, die de reactie tot stand brengen, weghouden van de wanden van de kamer.
MIT en haar partner Commonwealth Fusion Systems (CFS) zullen nu supergeleiders – een stalen tape met yttrium-barium-koperoxide – ontwerpen waarmee ze vier keer sterkere magneten kunnen produceren. Dat moet ervoor zorgen dat er minder energie nodig is om de magneten te laten werken. Volgens MIT-directeur L. Rafael Reif zullen de supergeleiders voor de doorbraak zorgen waar iedereen op hoopt.
Eerste centrale
MIT zal een kleine reactor bouwen, die ongeveer 100 megawatt aan warmte zal genereren. Het project wordt gefinancierd door Commonwealth Fusion Systems, die daarvoor 50 miljoen dollar losweekte bij het Italiaanse energiebedrijf Eni.
Als het experiment slaagt, dan betekent dat volgens MIT het startschot voor de bouw van een eerste echte centrale, met een capaciteit om 200 megawatt aan elektriciteit op te wekken. Bob Mumgaard, CEO van CFS: “Het doel is om over vijftien jaar een eerste fullscale centrale te realiseren.”