De natte-boltemperatuur (wet-bulb temperature, ofwel WBT) wordt gemeten door een thermometer in een vochtige doek te wikkelen. Normaal zorgt het water dat uit de doek verdampt ervoor dat de thermometer afkoelt. Als de luchtvochtigheid in een omgeving erg hoog is, vindt er minder verdamping plaats. Als de lucht helemaal verzadigd is, zijn de WBT en de droge temperatuur gelijk aan elkaar. Het is dus niet alleen noodzakelijk om te weten hoe hoog de droge temperatuur is, maar ook wat de vochtigheidsgraad is.
Natte-boldrempel
In 2010 berekenden klimaatonderzoekers dat een WBT van 35°C, ofwel een droge temperatuur van 40°C met een vochtigheidsgraad van 75%, de absolute grens is voor mensen. Aan die WBT kan het menselijk lichaam zichzelf niet meer afkoelen door te zweten, omdat het zweet niet voldoende kan verdampen. Dat kan op enkele uren tijd leiden tot oververhitting met dodelijke gevolgen. Volgens de onderzoekers zouden we die natte-boldrempel in verschillende regio's rond de wereld overschrijden, als de planeet door de uitstoot van CO2 5 tot 7 graden opwarmt. Onderzoek uit 2020 stelt dat de aarde slechts 2°C moet opwarmen voor hittegolven die temperatuur teweeg brengen. Bovendien hebben bepaalde plaatsen, vooral langs de kustlijnen van warme regio’s zoals de Perzische Golf en Zuid-Azië, tussen 1970 en 2020 al meermaals de drempel overschreden. Een recente studie wijst er nu op dat hitte al bijzonder gevaarlijk kan zijn bij temperaturen die nog een stuk onder die drempel liggen.
Niet-compenseerbare hittedrempel
De natte-boldrempel van 35° C gaat er van uit dat mensen al het mogelijke doen om met de hitte om te gaan. In de praktijk kunnen ook lagere temperaturen al gevaarlijk heet zijn, omwille van factoren als leeftijd, gezondheid en toegang tot afkoelende elementen zoals schaduw en water. Onderzoekers van de Universiteit van Oxford creëerden daarom een nieuw kader; de ‘niet-compenseerbare hittedrempel'. Dat toont onder welke omstandigheden een mens niet langer een gezonde kerntemperatuur kan behouden zonder actie te nemen om af te koelen. Bij 40°C heb je bijvoorbeeld slechts 50% relatieve luchtvochtigheid nodig om boven de niet te compenseren drempel uit te gaan. Bij zulke omstandigheden spreken de onderzoekers van een gevarenzone. Ze tonen aan dat in het huidige klimaat, acht procent van de totale landoppervlakte minstens één keer om de tien jaar in die gevarenzone terecht komt. Bij 2° C opwarming gebeurt dat al in een kwart van de wereld. Daarbij horen dan ook gebieden waar mensen niet gewend zijn om met zo'n extreme hitte om te gaan, waardoor ze dus extra gevaar lopen.
Smeltend
De natteboltemperatuur is niet de enige die vroeger werd overschreden dan verwacht. In het Himalaya-gebergte bleek dat de helft van de gletsjers op aarde al zal verdwijnen als de planeet 1,5° C opwarmt. Houden landen zich aan de beloftes gemaakt tijdens de COP26, en stijgt de globale temperatuur met 2,7° C, dan smelten bijna alle gletsjers in Centraal Europa, het westen van Canada en de Verenigde Staten. Klimmen de temperaturen met 4° C, dan verdwijnen 80% van alle gletsjers ter wereld. Dat bleek uit een studie gefinancierd door NASA.
Als die gletsjers verdwijnen, heeft dat niet alleen invloed op de beschikbaarheid van drinkwater, maar ook op de economie, bijvoorbeeld via de toeristische sector, en op volledige ecosystemen. Bovendien zorgt het smeltwater wereldwijd voor een stijging van de zeespiegel. Als de planeet met 1,5° C opwarmt, zorgt het smeltwater ervoor dat het zeeniveau tegen 2100 met 9 centimeter stijgt. Gaan de temperaturen 4° C omhoog, dan gaat het al over 15 centimeter. Andere factoren, zoals thermische expansie van het water zelf, dragen daarbovenop nog bij aan een verdere stijging.