1. Twee derde groen, één derde blauw
Tegen 2050 zal waterstof 12 procent van de totale energieconsumptie dekken. Tenminste als de wereld er alles aan doet om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. Zowat twee derde van de waterstof zal groen zijn, de rest is van blauwe oorsprong. Dat wil zeggen dat we een elektrolysecapaciteit van 5000 gigawatt nodig hebben. Vandaag stranden we op 0,3 gigawatt. Zo’n 30 procent van de totale elektriciteitsvraag zal in 2050 van de productie van groene waterstof komen.
2. Prijs zakt tegen 2030
Tegen het einde van dit decennium zal de prijs van groene waterstof kunnen concurreren met die van blauwe. In China is dat volgend jaar al het geval. Ook Brazilië en India kunnen sneller van lagere prijzen genieten. Zodra de prijzen zijn gezakt, zal de vraag naar groene waterstof toenemen. IRENA voorspelt een fikse stijging vanaf 2035.
3. Nieuwe spelers op de markt
Anders dan bij olie en gas kan waterstof overal worden geproduceerd. De succesformule is een combinatie van in overvloed aanwezige hernieuwbare energie en goedkope technologie, iets wat ons vanaf 2030 te wachten staat. Dat wil zeggen dat landen als Australië, Chili en Marokko ten tonele zullen verschijnen en tegen 2050 zelfs de hoofdrol zullen spelen in het waterstofverhaal.
Natuurlijk zijn de usual suspects – Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en de Verenigde Staten – ook van de partij, maar door de stevige concurrentie zullen ze geen monopolie meer hebben. IRENA gaat zelfs zover om te zeggen dat exporteurs waterstof niet zullen kunnen inzetten als politiek drukmiddel, wat bij gas en olie nu wel vaak het geval is.
4. Lokaal vs. globaal
Aangezien het duur en niet altijd technisch mogelijk is om groene waterstof te transporteren, zal twee derde ervan lokaal geproduceerd worden. De helft van alle grootschalige waterstoffabrieken wordt in Europa gebouwd, al is het nog niet duidelijk of die ook allemaal gerealiseerd zullen worden. Het is niet toevallig dat Europa met een groot aantal projecten op de proppen komt. We zijn pioniers in waterstoftechnologie, al zitten China en Japan ons op de hielen.
Maar Europa zal ook veel waterstof moeten importeren, want om van fossiele brandstoffen los te komen is véél groene waterstof nodig. België heeft – net als Nederland en Duitsland – al akkoorden gesloten met Chili en Namibië. In die zonnige landen zal groene waterstof sneller goedkoper worden. IRENA verwacht dat deze waterstofdiplomatie de komende jaren zal toenemen. Steeds meer landen die nog nooit energiecontracten hebben afgesloten, zullen dat nu wel doen. In totaal zal tegen 2050 een derde van de groene waterstof uitgewisseld worden.
5.Transport?
Hoe waterstof getransporteerd zal worden, blijft een groot vraagteken. IRENA denkt aan pijpleidingen. We zouden bijvoorbeeld een deel van de aardgasleidingen kunnen hergebruiken. Maar om waterstof de halve wereld rond te sturen, zijn pijpleidingen uitgesloten. Daarvoor denken de onderzoekers aan schepen: die zullen waterstof vervoeren in de vorm van ammonium. Niet iedereen is overtuigd van de technische haalbaarheid van die opties.