Het rimpeleffect van Interface
Sinds 2018 zijn de producten van Interface standaard CO2-neutraal over de hele levenscyclus. Toch leunt de vloerenfabrikant niet rustig achterover. De nieuwe missie heet Climate Take Back: de opwarming van de aarde omkeren. Belangrijke mijlpaal dit jaar was de lancering van de eerste CO2-negatieve tapijttegels. Bovendien neemt het bedrijf definitief afscheid van bitumen. Janneke Leenaars, sustainability manager bij Interface: “Frans Timmermans sloeg de nagel op de kop: ‘this is the decisive decade’.”
Susanovamagazine oktober 2021
Noem Ray C. Anderson, de oprichter en CEO van Interface die tien jaar geleden overleed, gerust een visionair. Na het lezen van The Ecology of Commerce van milieuactivist Paul Hawken, in het begin van de jaren negentig, drong het tot hem door: Interface was op zakelijk vlak onnavolgbaar, maar de activiteiten van de onderneming hadden een enorme impact op het milieu. De Amerikaan stelde een ecologisch dreamteam samen met wetenschappers, activisten, auteurs en ondernemers – inclusief inspiratiebron Paul Hawken. Uit die gesprekken vloeide Mission Zero voort, het engagement om tegen 2020 geen negatieve impact meer te hebben op het milieu. In 2019 werden de Mission Zerosuccessen gevierd. De kritische succesfactor was het opzetten van een meetprogramma. Sustainability manager Janneke Leenaars raadt het elke onderneming aan. “Je moet weten wat je ecologische impact is. Denk aan de CO2-voetafdruk van je producten, de broeikasuitstoot, afval en watergebruik. Anders ben je nooit zeker dat de maatregelen die je neemt het gewenste effect hebben. Bovendien wordt het effect van je inzet zichtbaar: dat zorgt voor trots en energie.”
Carbon Neutral Floors
Interface heeft door een onafhankelijke derde partij laten verifiëren dat het de CO2-voetafdruk van tapijttegels in 2020 in vergelijking met 1996 gemiddeld met 76 procent heeft verkleind. “Het overgrote deel van die reductie komt door het verminderen van de CO2-voetafdruk van de grondstoffen van de tapijttegels, omdat uit levenscyclusanalyses blijkt dat daar de grootste impact ligt. De CO2-voetafdruk van onze producten die nog niet geëlimineerd kan worden, inclusief de CO2-voetafdruk van het product bij de klant, compenseren we via het Carbon Neutral Floors-programma. Onze strategie: meten, zoveel mogelijk reduceren, en wat resteert compenseren.”
Die strategie past Interface ook toe op andere segmenten. “Sinds enkele jaren hebben we Luxury Vinyl Tiles (LVT) en nora® rubbervloeren in ons portfolio. Ook daar werken we aan verduurzaming. We hebben al de eerste resultaten geboekt om de CO2-voetafdruk te verkleinen. Voor onze rubbervloeren is de feitelijke CO2-voetafdruk in 2020 bijvoorbeeld met gemiddeld 14 procent verminderd ten opzichte van 2019. De rest wordt gecompenseerd. Hiermee zijn al onze producten – inclusief LVT en rubbervloeren – sinds 2018 CO2-neutraal doorheen hun volledige levenscyclus.” Ook deze claim laat het bedrijf trouwens jaarlijks verifiëren door een onafhankelijke partij.
"Het doel is om een bijdrage te leveren aan het omkeren van de opwarming van de aarde, en met onze activiteiten en producten dus meer CO2 vast te houden en te vermijden dan te veroorzaken”
Start a ripple, create a wave
De grootste les die Interface uit Mission Zero heeft getrokken? “Dat je als bedrijf meer kan bereiken dan je denkt, als je je maar een groots doel stelt. Start a ripple, create a wave is een van onze motto’s. In het Nederlands noemen we dat ‘het positieve rimpeleffect’. Je gooit een steentje in de vijver en door de samenwerking met leveranciers en klanten creëer je ook buiten je eigen organisatie een verduurzamingseffect. Zo hebben we onze leveranciers bijvoorbeeld gevraagd om hun volume aan gerecycleerd materiaal te verhogen. Daarnaast dragen we transparantie ook hoog in het vaandel. Zo ondersteunen we de onafhankelijke Environmental Product Declarations (EPD) waarin klanten onder andere de lage feitelijke CO2-voetafdruk van Interface kunnen vergelijken voor het maken van het product. De voetafdruk cradle-to- gate is wat feitelijk heeft plaatsgevonden en is hiervoor een goed uitgangspunt. Dat heeft veel leveranciers, architecten en aannemers aan het denken gezet.”
“In het verleden stond duurzaam bouwen gelijk aan goede isolatie en hernieuwbare energie. Embodied carbon of de CO2-impact van bouwmaterialen was lange tijd een blinde vlek. Nochtans is dat aspect even belangrijk. Door als vastgoedeigenaar, gebruiker van een pand of architect bewust te kiezen voor een CO2-arm, CO2-neutraal of, indien beschikbaar, CO2-negatief product, kan je een groot verschil maken. In onze kennisdeling zullen we op die nagel blijven kloppen.”
CO2-negatieve onderneming in 2040
In 2016 – nog voor Mission Zero goed en wel op zak was – had het bestuur van Interface zijn zinnen al gezet op een volgend doel. Om het ambitieniveau te bepalen, nam men de temperatuur op de werkvloer. “De medewerkers vonden dat alleen een groots doel bij ons zou passen. Paul Hawken daagde ons uit om het tegengaan van de opwarming van de aarde centraal te stellen. Daaruit is Climate Take Back ontsproten.”
Het doel is om een bijdrage te leveren aan het omkeren van de opwarming van de aarde en om tegen 2040 een onderneming te zijn die CO2-negatief is. “Dat betekent dat we met onze activiteiten en onze producten meer CO2 vasthouden en vermijden dan we CO2-uitstoot veroorzaken. Dat is niet niks, maar uit ervaring weten we dat we – als we er allemaal samen voor gaan – in staat zijn om het onmogelijke te realiseren.”
"In september 2021 kondigde Interface aan dat al zijn tapijttegels standaard de biocomposiet-rug krijgen”
Geen bitumen maar biocomposiet
Dat gaat Interface stap voor stap doen. In oktober 2020 bereikte de gigant al een belangrijke mijlpaal. Het bedrijf bracht een CO2-negatieve backing of tapijtrug op de markt. “Die tapijtrug is gemaakt met een biocomposiet in plaats van met bitumen, een bijproduct van aardolie. Doordat we deze fossiele grondstof elimineren, daalt de ecologische voetprint van het product stevig. Het biocomposiet bestaat uit een combinatie van biogebaseerd materiaal dat CO2-negatief is en gerecycleerde materialen. Daardoor gaat de CO2-voetafdruk van de volledige tapijttegel met gemiddeld een derde naar beneden en stijgt het percentage biobased en gerecycleerde content.”
In september 2021 kondigde Interface aan dat al zijn tapijttegels standaard de biocomposiet- rug krijgen. “Tot nu toe was dat het geval voor 60 procent van ons portfolio, nu nemen we, na meer dan 60 jaar, definitief afscheid van bitumen. Hiermee stijgt het percentage biobased en gerecycleerde content voor de gehele in Europa geproduceerde tapijttegelcollectie naar gemiddeld 88 procent.”
Ook in maart van dit jaar was er groot nieuws: Interface presenteerde zijn eerste CO2-negatieve tapijttegel. “We bereikten dat resultaat door de combinatie van de biocomposiet-tapijtrug, met een hogere concentratie aan CO2-negatief materiaal, speciaal garen en een speciaal tuftproces, dat ervoor zorgt dat we minder materiaal nodig hebben terwijl we wel de gewenste kwaliteit behouden. Belangrijk om te benadrukken is dat de tapijttegel op dit moment CO2-negatief is van cradle-to-gate. Vanaf het winnen van de grondstoffen tot aan de poort van de Interfacefabriek wordt er dus geen CO2 toegevoegd aan de atmosfeer, maar zelfs een beetje vastgehouden. Dat is een geweldige mijlpaal: een CO2-negatieve impact puur op basis van materiaaltechnische innovaties, zonder CO2-compensatie. Op termijn willen we producten op de markt brengen die over de hele levenscyclus CO2-negatief zijn.”
Beslissend decennium
Het tempo van de stappen die Interface samen met leveranciers en de markt wil nemen, ligt hoog. “Het is ook nodig, dat merk je onder andere aan alles wat er deze zomer is gebeurd. Frans Timmermans (Europees Commissaris verantwoordelijk voor de Green Deal, red.) noemt dit niet voor niets de decisive decade. En dat werd in augustus nog eens onderstreept door honderden wetenschappers in het meest recente VN-klimaatrapport.”
Leenaars ziet dit als iets positiefs. “Samen met onze medewerkers, partners en leveranciers gaan voor een ambitieus doel, dat creëert verbondenheid. De purpose van je bedrijf verbind je met je collega’s en met de buitenwereld.”
Oude tapijttegels krijgen tweede leven
In 1995 startte de vloerfabrikant met het ReEntry-programma, om afgedankte Interfacetapijttegels van de vuilnisbelt te redden. “De afgelopen vijf jaar alleen al hebben we wereldwijd bijna 26.162.000 kilogram aan materiaal teruggenomen.”
De oude tapijten worden niet zomaar teruggenomen. Interface hanteert circulaire principes. Janneke Leenaars: “We bekijken in de Benelux eerst of de tapijttegels hergebruikt kunnen worden, want daar ligt voor ons de focus. Zo voorkom je afval, hou je grondstoffen zo lang en hoogwaardig mogelijk in de kringloop en bespaar je CO2-uitstoot. Het afgelopen jaar hebben we nog met onze partners bekeken hoe we het percentage van producthergebruik kunnen verhogen. Denk onder meer aan reinigingsmethoden.”
Ook in het geval van einde gebruiksduur van tapijttegels met biocomposiet-rug zal de focus op hergebruik op een andere plek liggen. Ze zijn tevens ontworpen om gerecycleerd te kunnen worden. “Oude tapijttegels met bitumen-rug bleken ondanks een jarenlange inzet en vele investeringen lastig naar behoren te recycleren. Als ze niet geschikt zijn voor hergebruik als product, worden ze op dit moment ingezet als steunbrandstof voor de cementindustrie. Daarnaast werken we samen met partners die snijstukken en productie-uitval verwerken tot andere producten, bv. designkarpetten. Ook tapijttegels die niet van ons merk zijn, kan je binnenbrengen voor hergebruik via onze partner, als Interface de nieuwe vloer mag leggen.”
Moeder Natuur als muze
Bij het ontwerpen van de producten staat biomimicry centraal: innoveren op basis van de wijsheid van de natuur. Da’s niet toevallig, want Interface-oprichter Ray C. Anderson heeft in de beginjaren ook natuurwetenschapster Janine Benyus – de grondlegger van biomimicry – aan boord gehesen.
Janneke Leenaars: “Een van de bekendste toepassingen is ons lijmvrij installatiesysteem TacTiles. In plaats van onze tegels aan de vloer te lijmen, hebben we een soort stickers ontworpen die geïnspireerd zijn op de pootjes van een gekko. Die reptielen kunnen zich overal aan vasthechten, zelfs aan het plafond, maar kunnen ook weer eenvoudig loslaten als ze dat willen. Als je de tegels met elkaar verbindt, blijven ze op een stabiele en mooie manier op hun plaats door gebruik te maken van de zwaartekracht. Er is dus geen lijm nodig. Dat scheelt afval, maar ook schadelijke vluchtige organische stoffen.”