Heeft de klimaatverandering covid in de hand gewerkt?
De klimaatverandering heeft Zuid-China de afgelopen eeuw omgevormd in een hotspot voor vleermuizen. De stijgende temperaturen creëerden de ideale habitat, stellen onderzoekers aan de universiteit van Cambridge.
Het onderzoek is een eerste indicatie dat de klimaatverandering een rol speelde in het ontstaan van SARS-CoV-2, het coronavirus dat de COVID-19-pandemie veroorzaakte.
Van kreupelhout naar loofbos
De wetenschappers kwamen tot hun theorie nadat ze de vegetatie in het zuiden van China aan het begin van de vorige eeuw vergeleken met de huidige vegetatie in het gebied. De evolutie van tropisch kreupelhout naar tropische savanne en vervolgens naar loofbos werkte volgens de onderzoekers de verspreiding van talloze nieuwe vleermuissoorten in de hand.
“Door de klimaatverandering zijn de leefgebieden van vleermuizen verschoven”, zegt Robert Beyer, zoöloog aan de Universiteit van Cambridge. “De dieren verspreiden zich naar nieuwe gebieden en nemen hun virussen mee.”
Interactie met andere dieren
De verschuiving maakte ook nieuwe interacties mogelijk, waardoor schadelijke ziektes door vleermuizen op andere diersoorten werden overgedragen. In de provincie Yunnan in Zuid-China leven bijvoorbeeld schubdieren, die waarschijnlijk als tussengastheer voor SARS-CoV-2 hebben opgetreden. Aangenomen wordt dat het virus van vleermuizen naar schubdieren is gesprongen, die later werden verhandeld op een markt voor wilde dieren in Wuhan. Daar raakten mensen voor het eerst besmet met SARS-CoV-2.
Experts schatten dat vleermuizen wereldwijd meer dan drieduizend verschillende coronavirussen meedragen. De meeste varianten vormen geen bedreiging voor mensen.