“Om te beginnen is beton relatief goedkoop”, vertelt Hubert Rahier, professor fysische chemie aan de Vrije Universiteit Brussel. “Een kubieke meter beton kost iets van een 150 euro, voor 2,5 ton aan materiaal. Je hebt er wel veel van nodig, maar ook dat is soms een voordeel. Als je bijvoorbeeld een vloer legt, heb je massa nodig om het geluid te dempen: 200 kg per vierkante meter. Met hout is dat lastig, met beton automatisch. Daarnaast is beton zeer goed brandbestendig, sterk voor de kostprijs en het gaat lang mee zonder onderhoud. Het ijzer van de Eiffeltoren moeten we regelmatig opnieuw schilderen om het te beschermen en dat komt met een stevig prijskaartje. Beton gaat dertig tot vijftig jaar mee zonder dat je er veel aan moet doen, de nieuwste samenstellingen al honderd jaar. Dat is niet alleen qua kosten handig. Een betonnen brug die weinig onderhoud vraagt, zorgt ook voor minder verkeersproblemen.”
“Als je de impact van beton wil aanpakken, kan je het vervangen door andere materialen. Maar dan moet je weer andere problemen oplossen zoals brandveiligheid en onderhoud. Hout is bijvoorbeeld een natuurlijk product, maar door de klimaatverandering verspreiden nieuwe soorten kevers die hout aantasten zich tot bij ons. Het is dus zeker zinvol om aan duurzamer beton te werken. Als je vandaag bij de grote producenten van beton en cement gaat kijken, zijn ze daar allemaal mee bezig.”
Wat zijn de mogelijkheden om de voetafdruk van beton te verkleinen?
“Beton bestaat uit drie grote bestanddelen; keien, zand en cement om alles aan elkaar te binden. Dat cement is maar een vijfde tot een tiende van de totale massa, maar is verantwoordelijk voor het merendeel van de impact. Om het te produceren moet je calciumcarbonaat (CaCO3) en klei, plus nog wat ander materiaal, in een oven verwarmen tot 1450°C. Dan valt calciumcarbonaat uit elkaar in calciumoxide (CaO) en CO2. Calciumoxide reageert bij hoge temperatuur met de klei en vormt zo de klinker, de basisgrondstof van cement. Je hebt dus enorm veel energie nodig, gewoonlijk van fossiele brandstoffen die CO2 uitstoten, en dan stoot het proces zelf nog eens CO2 uit. De brandstof kan je vervangen door elektriciteit met een industriële microgolfoven, maar we spreken dan wel van enorme hoeveelheden elektriciteit. Betonproducent Rutte in Nederland heeft daarom meer dan een hectare zonnepanelen liggen. Het voordeel van zo’n microgolfoven is wel dat die op een paar seconden opstart en dus snel kan reageren als er stroomoverschotten zijn. Meer en meer industrieën passen dat principe toe. De CO2 die je uitbakt, kan je niet vermijden, maar eventueel wel afvangen . Beton gaat in zijn levensloop ook een deel daarvan terug opnemen.”