“De Belgische industrie is van wereldniveau, maar we moeten blijven vooruitgaan”
Quick wins die bedrijven energiewinst opleveren? Die zijn volgens professor Michel De Paepe van de UGent al lang voorbijgestreefd. “We moeten harde beslissingen nemen om de klimaatdoelstellingen te halen.” Om bedrijven daarbij te begeleiden, organiseert de UGent daarom al voor de zevende keer de opleiding ‘Energie-efficiëntie in de industrie’.
Procesingenieurs, energiecoördinatoren, energie-auditeurs en andere professionals die betrokken zijn bij energiebeheer in alle mogelijke sectoren kunnen vanaf 1 oktober weer terecht in de UGent Academie voor Ingenieurs (UGain). Ze frissen er de basisbegrippen over energie op, maken er kennis met de nieuwste technologieën en putten inspiratie uit praktijkvoorbeelden. Professor Michel De Paepe van de Vakgroep Elektrische energie, Metalen, Mechanische Constructie en Systemen zorgt voor de wetenschappelijke coördinatie van het programma. “Momenteel zijn er veertien mensen ingeschreven.”
Helemaal mee
Waarom is het zo belangrijk om een opleiding Energie-efficiëntie in de industrie in te richten?
De Paepe: “Om de klimaatdoelstellingen te halen en onze toekomst te verzekeren, moeten bedrijven afstappen van fossiele brandstoffen ten voordele van hernieuwbare energiebronnen. Maar, net zo belangrijk, we moeten ons energiegebruik ook terugdringen door er zo efficiënt mogelijk mee om te gaan.”
“De meeste deelnemers aan de opleiding zijn bijzonder goed opgeleid en geïnformeerd – het Vlaamse onderwijs is wereldtop. Maar de vertaling van de regelgeving naar de praktijk is niet altijd eenvoudig. Wie al langer afgestudeerd is, is soms ook al een stuk vergeten of is niet volledig mee met de laatste nieuwe ontwikkelingen, zoals industriële warmtepompen. Met deze opleiding komen we dus tegemoet aan een urgente vraag vanuit het bedrijfsleven zelf.”
Hoe doen onze Belgische bedrijven het internationaal gezien op het vlak van energie-efficiëntie?
“Als we kijken naar de Europese benchmarks voor het energiegebruik per product, staan Belgische bedrijven meestal in de top 5, of zelfs helemaal boven aan de ranking. Die ranking wijzigt niet zo veel als we bedrijven van buiten de EU meetellen. De Belgische industrie is van wereldniveau. Maar om in die kopgroep te blijven en energie-efficiëntie als een concurrentieel voordeel te kunnen uitspelen, is er een blijvende inspanning nodig. Overal ter wereld boeken bedrijven vooruitgang, stilstaan is dus achteruitgaan.”
Verplicht examen
De deelnemende bedrijven verschillen sterk van elkaar, en dat geldt ook voor hun mogelijkheden en aanpak om energiewinst te halen. Hoe kunnen zij met de opgedane kennis concreet aan de slag?
“De opleiding is heel praktisch opgevat. De lessen starten telkens met een theoretisch luik, gedoceerd door experts van de universiteit. Daarna worden er concrete voorbeelden en cases gepresenteerd door lesgevers uit het bedrijfsleven, zoals Luminus, Covestro en Zero Emission Solutions. Zo zien de deelnemers meteen hoe de theorie toepasbaar is in de praktijk en welke varianten er mogelijk zijn. Vaak ontstaat er achteraf nog een interessante discussie met en tussen de deelnemers. Die aanpak werkt erg inspirerend – het is al vaker gebeurd dat ex-deelnemers later terugkeren als lesgever.”
“We willen ook niet dat het een vrijblijvende opleiding is. Door er een examen aan te verbinden, verplichten we de deelnemers om het geleerde grondig onder de knie te krijgen. Dat heeft als bijkomend voordeel dat we een certificaat kunnen uitreiken aan de geslaagden, wat dan weer hun persoonlijke carrière kan vooruithelpen.”

In de opleiding reiken we aan de technisch georiënteerde deelnemers de tools aan om hun project te verkopen aan het management”
Zijn er ‘quick wins’ die bedrijven heel wat energiewinst kunnen opleveren, ongeacht hun specifieke sector?
“Er zijn zeker heel wat dingen die bedrijven kunnen doen om hun energiegebruik te optimaliseren, en de bedrijven kennen die ook vaak zelf. Helaas worden ze niet altijd geïmplementeerd, en dat is vaak te wijten aan de investeringsbeslissingen van het management. Zeker in kleinere bedrijven kiest men er dan bijvoorbeeld voor om te investeren in een verhoogde productie eerder dan in energie. Bij grotere bedrijven, waar de energieprijs een groter deel uitmaakt van het totale kostenplaatje, speelt deze problematiek wel minder.”
“Maar je voelt dat de ‘quick wins’ er voor veel bedrijven uit zijn. We komen in een fase waarin we harde beslissingen moeten nemen, en extra tijd en geld moeten vrijmaken om the next step, de klimaatdoelstellingen van Parijs, te halen.”
Moonshots
Is het voor de deelnemers gemakkelijk om de bedrijfsleiding te overtuigen van deze noodzaak om te investeren?
“Dat blijkt niet altijd zo eenvoudig te zijn. In een van onze vijf modules besteden we daarom aandacht aan de ruimere beleidscontext, met onder meer een stuk kostprijscalculatie, projectopbouw en inzicht in energiebeleidsstructuren. Zo geven we onze deelnemers, die meer technisch georiënteerd zijn, tools in handen om hun ideeën te verkopen aan het management.”
Worden bedrijven voldoende gesteund en gestimuleerd door de overheid?
“Dat is een vraag die een genuanceerd antwoord verdient. De vorige regering deed zeker een aantal mooie strategische keuzes om onderzoek en innovatie te stimuleren. Zo werd er de komende twintig jaar ieder jaar 20 miljoen euro vrijgemaakt voor de ‘moonshots’, subsidies die specifiek bedoeld zijn voor onderzoek naar de vermindering van de CO2-uitstoot in de staalindustrie en de petrochemie. Met subsidies voor een aantal strategische clusters, waaronder energie, toonde de regering dan weer dat ze op die gebieden inzet om te excelleren. Ook het Energietransitiefonds (dat het geld dat men verdient met de nucleaire afbouw investeert in onderzoek naar de energietransitie, red.) is een lovenswaardig initiatief, al verloopt het daar momenteel niet altijd gestructureerd.”
“Al bij al werd er heel wat gedaan om innovatie in gang te zetten en te stimuleren, maar om de transitie verder te zetten zou het wat meer mogen zijn, en wat gecoördineerder ook. Hopelijk zetten de volgende regeringen het gevoerde beleid in een verbeterde versie voort, want een duidelijk beleid is een enorme stimulans voor bedrijven.”
Het postgraduaat Energie-efficiëntie in de industrie loopt van 1 oktober 2019 tot 17 maart 2020. Ze bestaat uit vijf modules waarop je afzonderlijk kan inschrijven. Alle praktische informatie vind je hier.
“De opleiding vertaalt de theorie in de praktijk”
Philippe Alboort, energy manager bij ArcelorMittal Belgium volgde het postgraduaat in 2017. “ArcelorMittal heeft al verschillende projecten lopen rond warmtenetten, warmtewisselaars, stoomketels ... De opleiding was dan ook nuttig om de theorie nog eens op te frissen en die meteen te toetsen aan concrete cases. Als ik met specifieke vragen zat, kon ik ook terecht bij de lesgevers of gastsprekers.”