Partnerinterview

Aquafin op weg naar zero carbon

Aquafin heeft een breed energie- en klimaatplan opgesteld om zijn broeikasgasuitstoot te verkleinen. Het plan omvat concrete maatregelen die nu voorhanden zijn, maar besteedt ook aandacht aan een langetermijnstrategie, de interne bedrijfscultuur en de kracht van het aankoopbeleid.

Koenraad Coel | 27 oktober 2022
Aquafin Hq
Campus Aquafin
Olmo Peeters

Aquafin staat in voor het beheer en de zuivering van een aanzienlijk deel van ons afvalwater. Sinds de oprichting in 1990 heeft het de kwaliteit van onze waterlopen merkelijk verbeterd. Dat gaat evenwel gepaard met een groot energieverbruik – ongeveer 0,7 procent van het totale verbruik in Vlaanderen – én met een stevige klimaatimpact, onder meer door het gebruik van beton in infrastructuurwerken en de uitstoot van lachgas (N2O, een broeikasgas dat 250 keer krachtiger is dan CO2) in het zuiveringsproces. Om die klimaatimpact stelselmatig weg te werken, stelde Aquafin een energie- en klimaatplan op dat alle aspecten van de organisatie aanraakt.

Energiemanager Jeroen Deurinck: “Ons plan bestaat uit drie pijlers. De eerste is de road to zero carbon. Dat is onze verrekijker op de lange termijn. Als we onze uitstoot van broeikasgassen volledig willen wegwerken, moeten we die eerst goed monitoren en inventariseren. Zodra we zicht hebben op waar onze grootste impact ligt, kunnen we een roadmap maken en prioriteiten stellen. Daar zijn we nu mee bezig, nog tot eind dit jaar.”

“De tweede pijler bestaat uit concrete acties en doelstellingen waar we nu al aan werken. De focus ligt momenteel op energie. Tegen 2030 willen we minstens 40 procent hernieuwbare energie zelf opwekken, 20 procent energie-efficiënter zijn en geen fossiele brandstof meer gebruiken in onze zuiveringen, gebouwen en voertuigen. De laatste pijler is gewijd aan innovatie en opportuniteiten. We bekijken bijvoorbeeld hoe we kunnen helpen om pieken op het elektriciteitsnet af te vlakken door het biogas van onze zuiveringen als energiebuffer te gebruiken of onze energie-intensieve toepassingen uit te stellen. Dat zijn initiatieven waarvoor nog onderzoek of marktontwikkeling nodig is.”

Hoe brengt Aquafin dat energie- en klimaatplan in de praktijk?

Procurement manager Frank Lippens: “We maken onder meer gebruik van een levenscyclusanalyse of total cost of ownership-benadering. We noemen dat de TCO2, omdat we ook een waarde in euro’s kleven op de CO2-impact van al onze activiteiten. Als we een nieuw project evalueren, hebben we een concreet cijfer om mee te rekenen. We hebben bijvoorbeeld recent geïnvesteerd in blowers, toestellen die zuurstof in het water brengen. Dat vergt veel energie en TCO2 neemt dat aspect mee in de berekening. Het resultaat is dat we investeerden in duurdere blowers, maar met een hogere efficiëntie, langere levensduur en dus kleinere voetafdruk. In dit geval komt ons dat op termijn zelfs goedkoper uit, dat is niet altijd het geval.”

“Het energie- en klimaatplan vertalen we naar onze structuur en organisatie. Neem nu ons aankoopbeleid. We zijn een grote afnemer van chemicaliën voor ons zuiveringsproces. De precieze stoffen die we gebruiken, hebben een grote impact op de hoeveelheid lachgas die vrijkomt. Daar hebben we nu een specialist aan toegewezen die dat blijft opvolgen en zo metier opbouwt over dat onderwerp en die specifieke markt. Nu kopen we soms iets duurdere chemicaliën, maar zien we een onmiddellijk effect op onze uitstoot. Ook binnen de andere pijlers hebben we specialisten toegewezen.”

“Elke maand organiseren we een stuurgroep, waarin we mensen samenbrengen die bezig zijn met innovatie, R&D, project- en procesmanagement … Die groep bewaakt het grote plaatje en legt accenten. Het is niet genoeg om één keer een beleid op te stellen, we moeten dat maandelijks vastpakken, opvolgen en evalueren. Zo kunnen we het plan laten doordringen tot in de vingers en tenen van onze organisatie.”

©Frederikbeyens Staalname En Varia 051

“Omdat het plan elk deel van de organisatie betrekt, herkent iedereen er wel iets in van zijn of haar dagelijkse praktijk. Dat motiveert hen om kritisch mee te denken en met ideeën te komen.”

Jeroen Deurinck / Aquafin
Frederik Beyens

Hoe zorgt Aquafin voor die buy-in bij de medewerkers?

Deurinck: “Het is heel belangrijk om het plan breed te formuleren. Aanvankelijk hadden we enkel een energieplan, uitgedrukt in kilowattuur per project, bij wijze van spreken. Nu kijken we naar CO2, klimaatimpact en circulariteit, en niet alleen vanuit de procurement-afdeling, maar ook vanuit operationeel vlak, onderhoud … Omdat het plan elk deel van de organisatie betrekt, herkent iedereen er wel iets in van zijn of haar dagelijkse praktijk. Dat motiveert hen om kritisch mee te denken en met ideeën te komen. We hebben een platform waarop iedereen kan posten, maar ik krijg evengoed suggesties in mijn inbox. Aquafin heeft een heel horizontale structuur en wie actief meedenkt, krijgt daarvoor ook expliciet waardering en vertrouwen van de directie. Zo krijg je bijvoorbeeld projectmanagers die spontaan meer focus leggen op energie en efficiëntie.”

“Communicatie speelt een grote rol in het stimuleren van die mindset. We herhalen de kernboodschappen regelmatig via onze interne platformen en delen er onze vooruitgang rond belangrijke mijlpalen. Recent hebben we zo ons twintigste zonneproject gerealiseerd. Het was een race tegen de klok; dan is het extra motiverend om erover te berichten als het lukt. We laten graag eens andere mensen het verhaal brengen op hun manier, met de accenten en bewoordingen die spelen in hun afdeling of team.”

Zonnepanelen en elektrisch wagenpark

Kan je enkele voorbeelden geven van concrete acties waar Aquafin nu mee bezig is?

Lippens: “We beheren een driehonderdtal waterzuiveringen en een veelvoud aan pompstations. Op die locaties hebben we wel wat open ruimte, waar we nu zonnepanelen plaatsen. Ondertussen zijn er al twintig zonneparken actief, een tiental in opstart en nog veel in de pijplijn. Bij heel wat van die installaties gebruiken we nu nog dieselgeneratoren als noodstroom: zodat de pompen en vijzels blijven werken en de straten niet onderlopen. Die generatoren hebben veel onderhoud nodig en draaien maar af en toe. We zouden ook batterijen kunnen gebruiken en die valoriseren als ondersteuning van het stroomnet. Momenteel werken we daarvoor een model uit, zodat de batterijen wel altijd volgeladen zijn als er bijvoorbeeld zware neerslag voorspeld is.”

“Als onderdeel van onze ambitie om fossielvrij te zijn tegen 2030 elektrificeren we ons volledige wagenpark, en daar lopen we voor op de doelstelling. Voor operationele bedrijfswagens bestellen we alleen nog elektrische modellen en er worden laadpalen geplaatst op de operationele sites. Bij de lichtere vrachtwagens trekken we nu ook al de elektrische kaart. Voor het echt zware vrachtvervoer, van slib en dergelijke, ligt het nog wat moeilijker, omdat er nog geen elektrisch aanbod met voldoende actieradius is in dat segment.”

“We zien iets gelijkaardigs bij beton, een materiaal dat we heel veel gebruiken voor infrastructuurwerken en dat een grote koolstofvoetafdruk heeft. We zijn bezig met een project rond zwavelbeton, maar die markt moet nog opschalen. Met ons aankoopbeleid proberen we daarop te wegen, zodat onze leveranciers ook aanvoelen welke richting het moet uitgaan. Dat is een werk van lange adem, maar waar een wil is, is een roadmap.”

SDG

Schoon water en sanitair Betaalbare en duurzame energie

Probeer Susanova gratis uit!

Wilt u meer dan alleen nieuws? Al onze plusartikels, reportages en analyses lezen? Kies dan voor een proefabonnement van een maand!