Aquafin bouwt aan circulair hoofdkantoor
Tegen de zomer van 2022 zal de Aquafinsite in de Dijkstraat in Aartselaar er helemaal anders uitzien. De verwachtingen zijn alvast hooggespannen: “Het is meer dan een renovatieproject. We willen dat de campus een positieve impact heeft op onze werknemers én op de omgeving.”
Het hoofdkantoor van Aquafin – al dertig jaar de thuisbasis van zo’n 650 werknemers – krijgt een circulaire make-over. De drie kantoorgebouwen gaan tegen de vlakte en worden vervangen door een refterpaviljoen en een nieuw BEN-gebouw dat ontworpen is met de principes van circulair bouwen in het achterhoofd. Tina Van Grimberge, projectmanager Campus Aquafin: “We recupereren zoveel mogelijk materialen. Daarbij doen we aan urban mining: de klinkers van de parking, de natuursteen van de voormalige inkomhal en de sanitaire toestellen gaan we bijvoorbeeld hergebruiken. Als we nieuwe materialen kiezen, gaan we doelbewust voor duurzame alternatieven. Om de impact van alle bouwmaterialen te analyseren, gebruiken we de C-Calc-tool van Cenergie.” De spin-off van de UAntwerpen heeft een tool ontwikkeld om op basis van kwantitatieve en kwalitatieve informatie de circulariteit van een gebouw te meten en te vergelijken met andere gebouwen.
Het BEN-gebouw wordt flexibel ingericht, zodat het in de toekomst zonder structurele ingrepen een andere bestemming kan krijgen. Aquafin wil het gebouw bovendien openstellen voor mensen uit de omgeving. “We zetten de deuren letterlijk open voor gemeenten, partners, buurtbewoners en andere bedrijven. Start-ups kunnen hier komen werken, studenten zullen een rustig plekje vinden om te studeren. Op die manier willen we een actieve rol spelen in de lokale deeleconomie.” De waterzuiveraar ziet het als een dienst voor de gemeenschap. “We maken hier geen verdienmodel van.”
Op vraag van de werknemers
Duurzaam denken betekent traditionele concepten overboord gooien. Daarom stapt Aquafin af van landschapsbureaus en vaste werkplekken. “We voorzien plaatsjes om je af te zonderen, om te vergaderen, om te bellen, om een koffieklets te houden … Die verschillende types van werkplekken hebben we gebaseerd op de noden van onze werknemers en op het type activiteit dat ze uitvoeren.”
Het personeel kijkt daar alvast naar uit. “Uit een welzijnsenquête die we lieten uitvoeren bleek dat onze werknemers onder andere een goede akoestiek erg belangrijk vinden. Met de nieuwe indeling komen we tegemoet aan hun vraag. Bovendien zullen onze medewerkers voortaan gecentraliseerd worden in één gebouw. Vroeger zaten ze verspreid over twee kantoren. Dat kan alleen maar de verbinding ten goede komen.”
Wordt er ook op andere manieren rekening gehouden met de mening van het personeel? “Jazeker, elke afdeling heeft een ambassadeur afgevaardigd die de wensen van de werknemers behartigt. We zitten regelmatig met hen samen om de vorderingen te bespreken en feedback te vragen. Verder hebben we try-outs georganiseerd met het personeel rond flexibele werkplekken en ergonomie.”
De Aquafin-medewerkers zijn dus helemaal mee met het concept. “Al hadden sommigen in het begin wel wat moeite met het principe van hergebruik. Dan hoorde ik bijvoorbeeld: ‘Verschillende materialen recupereren, dat gaat toch geen mooi geheel vormen. Om van het hergebruik van de toiletten nog maar te zwijgen (lacht).’ Maar als je alles goed uitlegt, draait iedereen snel bij.” Geregeld en transparant communiceren is volgens Aquafin dus onontbeerlijk in dit project.
En dan was er nog corona. De pandemie maakte het er niet eenvoudiger op. “De medewerkers van het hoofdkantoor werken al sinds maart 2020 van thuis uit. Omdat de hele site verbouwd wordt, moeten we tijdelijk uitwijken naar een ander, kleiner hoofdkantoor. We zijn dus in volle coronacrisis verhuisd, wat maakt dat we niet echt samen afscheid hebben kunnen nemen van het oude gebouw en dat het nog even zal duren vooraleer we weer met z’n allen kunnen samenzitten. Maar het heeft ons tegelijk ook wat geleerd: dat verbinding, elkaar ontmoeten en collegialiteit nog belangrijker zijn geworden. In die zin hebben we het ontwerp van de Campus zelfs wat aangepast: de nieuwe Campus Aquafin moet een echte ontmoetingsplek worden, waar collega’s elkaar ontmoeten, samenwerken, dynamiek creëren. Het moet een inspirerende thuishaven zijn voor onze medewerkers.”

We recupereren zoveel mogelijk materialen. Daarbij doen we aan urban mining: de klinkers van de parking gaan we bijvoorbeeld hergebruiken.
Verbouwen of verhuizen?
Hebben de waterzuiveraars nooit overwogen om van locatie te veranderen? “We hebben met het idee gespeeld om ons in de buurt van een station te vestigen. Maar de huurprijzen in stationsbuurten zijn torenhoog. Bovendien hebben we toch wat parkeerruimte nodig. Onze waterzuiveringsstations en onze werven liggen verspreid over heel Vlaanderen. Onze werknemers moeten dus nog vaak de auto nemen.”
Het bedrijf is zijn wagenpark wel versneld aan het vergroenen. “We moedigen onze werknemers en bezoekers ook aan om duurzame vervoersmiddelen te gebruiken. We bieden onder andere poolwagens en -fietsen aan op het hoofdkantoor, die gretig gebruikt worden. Bovendien komen er heel wat collega’s met de fiets werken. Ongeveer één op de drie medewerkers is ingestapt op het fietsleaseplan van Aquafin. Er komt dan ook een extra grote, overdekte fietsstalling, dicht bij het kantoorgebouw, en we voorzien douches voor pendelende werknemers die met de fiets komen.”
Practice what you preach
De missie van Aquafin – propere waterlopen en een klimaatrobuuste infrastructuur – wordt weerspiegeld in het ontwerp van de site. “Zo gaan we uiteraard zelf ons grijs water zuiveren. Daarvoor leggen we een groot rietveld met vlonderpaden aan. Verder zullen we regenwater opvangen en hergebruiken voor sanitaire doeleinden. Er komen bovendien wadi’s die het hemelwater in de grond laten infiltreren. Tot slot maken we de parking waterdoorlatend.” De hele site kleurt dus blauw én groen. “We hebben oog voor biodiversiteit, zodat we een habitat creëren voor insecten, vogels en zoogdieren.”
Riothermie, het paradepaardje van Aquafin, wordt ook toegepast op de site. “Daarmee halen we door middel van een warmtewisselaar en een warmtepomp restwarmte uit rioolwater. Met riothermie kunnen we ons gebouw verwarmen, maar ook koelen in de zomermaanden. Kortom, we practice what we preach.”